Het ontstaan van het joodse volk (2000-1800v.Chr) Het joodse volk begint met de geschiedenis van Abraham. Hij verlaat zijn geboortestreek en gaat op zoek naar het land dat hem door God is beloofd. Uit Abraham zal een groot volk voortkomen dat in vrede en geluk zal leven in een eigen land. Abraham geeft die belofte door aan zijn zoon: Jacob. Abraham geloofde in één God terwijl in die tijd allerlei beelden als goden werden vereerd.
Mozes en de uittocht uit Egypte (1300 v.Chr) Volgens de bijbel had de aartsvader Jacob (zoon van Abraham) 12 zonen. 1 zoon heet Jozef. Jozef wordt koning en redt de familie van de hongersdood. Later komt een farao die het volk gebruikt als slaven. Onder leiding van Mozes ontsnapt het volk uit Egypte en gaan opnieuw naar het beloofde land. Tijdens de tocht krijgt Mozes 10 woorden. Deze uittocht wordt herdacht met het Joodse paasfeest: Pesach (exodus). In de joodse godsdienst staat het verbond met God en het volk centraal. Het joodse volk moet zich aan bepaalde regels houden, belangrijkste: 10 geboden
De grote koningen en de tempel (1000 v.Chr) Het joodse volk is onder koning David een eenheid geworden, met Jeruzalem als hoofdstad. Wijze koning Salomo (zoon van David) liet een tempel bouwen voor god. De tempel is het symbool van eenheid en vrede.
De opkomst van Christendom (0-100 n.Chr) De wereldrijken volgen elkaar op: Perzen-Grieken-Romeimen. Weinig Joden willen Christen worden. Bij Romeinen werden de verhalen van Jezus Christus wel gehoord. Ideën van Jezus waren geworteld in het Jodendom Die verhalen= Jodendom (Jezus was zelf ook Jood) Jezus wordt door landvoogt Pilatus veroordeeld tot kruisiging.(Pilatus vond hem een bedreiging) Daarna wilden nog weinig mensen Jood zijn. Joden verspreidt over de wereld Als de Romeinen de macht hebben komen de Joden in opstand. De Romeinen vernielen hierdoor Jeruzalem en de tempels. De Joden blijven hier niet wonen en daardoor verspreiden ze zich over de hele wereld.
De middeleeuwen (500-1500n.Chr) In de middeleeuwen werden joden vaak gezien als vijand. De Christenen verweten de Joden ervan dat zij de moordenaars van Jezus Christus waren. Ook kregen ze de schuld van oorlogen of ziektes. Ze mochten ook bepaalde beroepen niet doen. Sommide joden werden gedwongen tot het Christendom. In 1216 bepaalde de Paus dat je moest kunnen zien wie joods was en daarom moesten ze speciale kleren dragen en/of in een speciale wijk wonen. De periode na de Middeleeuwen. (1500-1900) Joden hebben een belangrijke invloed gehad op het geestelijk leven in het Europa van de laatste eeuwen.
Moderne tijd (1900-nu) De joden worden in deze tijd ook nog vaak achtergesteld en vervolgd. Ze werden vaak naar vluchtelingen kampen gebracht en vermoord door de gaskamer.
De 10 Woorden: De bekendste joodse leefregels staan in het boek :Exodus. Ze bieden richtlijnen voor het samenleven met je medemens en hoe je de relatie met god moet onderhouden.
10 geboden: De eerste 4 gaan over God liefhebben: 1. Je mag alleen God dienen. 2. Je mag geen beeld van God maken. 3. Je mag Gods naam niet misbruiken. 4. 1 Keer in de week is het een rust- en gedenkdag. (sjabbat)
De laatste 6 gaan over hoe je met elkaar samenleeft: 5. Eer je vader en de moeder.(respect) 6. Je mag niet doden. 7. Je moet trouw zijn aan je echtgenoot. 8. Je mag niet stelen. 9. Je mag niet roddelen. 10. Zet je zinnen niet op wat van een ander is.